Beleid huisarts behandeling hypothyreoïdie met levothyroxine

In de NHG-Standaard Schildklieraandoeningen staat hoe hypothyreoïdie behandeld kan worden. Deze NHG-Standaard is de huisartsenrichtlijn. De standaardbehandeling is met levothyroxine. Doel: patiënt is klachtenvrij en TSH en vrije T4 zijn normaal.
NHG-Standaard Schildklieraandoeningen

Patiënten jonger dan 60 jaar zonder cardiale comorbiditeit

  • Start met 1,6 µg levothyroxine per kg lichaamsgewicht tot een maximale startdosis van 150 µg.
  • Controleer elke 6 weken met vooraf bepaling van TSH en vrije T4.
  • Verhoog de dosis elke 6 weken met 12,5 tot 25 µg totdat het doel bereikt is.
Deze grove richtlijndosering is op kg gebaseerd met een maximum van 150 µg. Er wordt verwezen naar de internist bij een ernstige en langdurig onbehandelde hypothyreoïdie. En geldt voor mensen tot 60 jaar. Daarna ontbreekt iedere differentiatie en iedere zinnige samenhang. De richtlijn is voor behandelaars die werkelijk niets weten over schildklierziekten en dosering.

Patiënten jonger dan 60 jaar met cardiale comorbiditeit en patiënten ouder dan 60 jaar (en bij subklinische hypothyreoïdie)

  • Start met 12,5 tot 25 µg levothyroxine; kies bij hogere leeftijd, ernstiger cardiale comorbiditeit of langere duur hypothyreoïdie voor de lagere dosis.
  • Verhoog de dosis elke 2 weken met 12,5 µg tot een dagdosering van 50 µg.
  • Controleer de patiënt 6 weken na de start van de behandeling op bijwerkingen.
  • Controleer vervolgens elke 6 weken met vooraf bepaling van TSH en vrije T4.
  • Verhoog de dosis elke 6 weken met 12,5 µg, totdat het doel bereikt is.

Nieuw beleid: starten met volledige dosis

In de vorige standaard was het advies om geleidelijk te beginnen met de dosering levothyroxine bij aanvang van de therapie vanwege de mogelijk cardiale risico’s als direct met een volledige substitutiedosis werd gestart. Bij het opbouwschema met een insluipende dosering is de kans hierop gering. Door de lage startdosering en de geleidelijke verhoging ervan duurt het echter maanden voordat een patiënt voldoende gesubstitueerd is. Dit was tot op heden gebruikelijk beleid onder het motto: ‘better safe than sorry’. Bewijs voor deze aanpak ontbreekt echter. Een voordeel van een direct starten met volledige substitutiedosis is het gebruiksgemak voor de patiënt en de huisarts. (noot 22 en 23)

Lees ook




Reacties