Behandeling hyperthyreoïdie met medicijnen

Bij hyperthyreoïdie maakt de schildklier te veel schildklierhormoon. De oorzaken verschillen. Hyperthyreoïdie wordt behandeld met:

Samen met de arts en afhankelijk van de oorzaak van de hyperthyreoïdie kiest de patiënt voor een behandeling. Van belang is goede uitleg over voor- en nadelen van de drie behandelingen. Denk hierbij aan grote kans op terugkomst van hyperthyreoïdie bij schildklierremmers, grote kans op hypothyreoïdie bij radioactief jodium en operatie, en risico’s bij een operatie.

Medicijnen

De volgende medicijnen kunnen gebruikt worden afhankelijk van de oorzaak en situatie:
  • schildklierremmers (met of zonder levothyroxine)
    • ziekte van Graves
    • toxisch multinodulair struma / toxisch adenoom
  • levothyroxine
  • betablokkers
  • rituximab
  • dopamine-agonisten of somatostatine


Schildklierremmers

Zoals het woord zegt: schildklierremmers remmen de schildklier. Ze zorgen dat de schildklier minder tot geen schildklierhormoon maakt. Meestal schrijft de arts thiamazol of methimazol (= strumazol) voor. De arts kan ook carbimazol (basolest) of propylthiouracil (PTU) voorschrijven.

Neem bij koorts en keelpijn klachten altijd contact op met je arts!
Als je tijdens de behandeling met schildklierremmers keelpijn met koorts krijgt, is bloedonderzoek nodig. Witte bloedlichaampjes (maar ook de bloedplaatjes en de rode bloedlichaampjes) kunnen in hun aanmaak geremd worden. Het komt gelukkig weinig voor, maar dit is een mogelijk gevaarlijke situatie.

Ziekte van Graves

De behandeling duurt 1 à 1½ jaar nadat er sprake is van normale waarden. Hierna is de ziekte bij minder dan de helft van de patiënten genezen. Bij een deel van de Gravespatiënten verloopt de ziekte mild en duurt hij kort. In feite overbrugt de therapie deze periode. In de praktijk blijkt dat bij ongeveer 50-70% van de Gravespatiënten de hyperthyreoïdie weer terugkeert.

Bij de ziekte van Graves kan gekozen worden voor:
  • de blokkade + substitutie-therapie: de patiënt slikt een schildklierremmer + levothyroxine;
  • de titratietherapie: de patiënt slikt alleen een schildklierremmer in een zo laag mogelijke dosis.


Blokkade + substitutie-therapie

Bij deze therapie wordt de schildklier volledig geremd (= geblokkeerd) met een hoge dosis schildklierremmer. Levothyroxine wordt toegevoegd (= substitutie) omdat door die blokkering een tekort ontstaat aan schildklierhormoon. Vaak wordt het block en replace genoemd.

Deze behandeling heeft alleen zin bij de ziekte van Graves
De behandeling duurt 1 à 1½ jaar. Hierna is de ziekte bij minder dan de helft van de patiënten genezen. Bij een deel van de Gravespatiënten verloopt de ziekte mild en duurt hij kort. In feite overbrugt de therapie deze periode. In de praktijk blijkt dat bij ongeveer 50-70% van de Gravespatiënten de hyperthyreoïdie weer terugkeert.

Na een behandeling met radioactief jodium volgt een Graves-patiënt deze therapie eventueel circa 3-6 maanden. Hierdoor heeft de patiënt minder last van hormoonschommelingen na de slok.

Titratietherapie

Bij deze therapie schrijft de arts alleen een schildklierremmend medicijn voor. De patiënt slikt een zo laag mogelijk dosis schildklierremmer waarbij de schildklier voldoende hormoon afgeeft. De behandeling duurt vaak 1 à 1½ jaar. Hierna is de ziekte bij minder dan de helft van de patiënten genezen. Bij een deel van de Gravespatiënten verloopt de ziekte mild en duurt hij kort. In feite overbrugt de therapie deze periode. Bij oudere patiënten wordt deze therapie wel levenslang gegeven.

Er is de laatste jaren meer aandacht voor deze aanpak vanwege een veel kleinere hoeveelheid medicijn en minder bijwerkingen. Onderzoek wordt gedaan of deze behandeling voor een onbepaalde tijd gegeven kan worden.

Na een behandeling met radioactief jodium volgt een Graves-patiënt deze therapie eventueel circa 3-6 maanden. Hierdoor heeft de patiënt minder last van hormoonschommelingen na de slok.

Zwangerschap en medicijnen
Bij een zwangerschap(swens) kan een vrouw in overleg met de arts kiezen voor een behandeling met medicijnen, PTU of strumazol. In dat geval volgt de patiënte de titratietherapie; dat is alleen een remmer in een lage dosis. Een definitieve behandeling van de hyperthyreoïdie vóór de zwangerschap heeft de voorkeur. Dat houdt dan een operatie of slok in.

Voorbehandeling
Wanneer de Gravespatiënt kiest voor radioactief jodium (= slok) of een operatie, begint de behandeling van hyperthyreoïdie vaak met schildklierremmers. Van belang is hoe ziek een patiënt is. Het voorkomt complicaties bij de slok of operatie.

Toxisch multinodulair struma / toxisch adenoom

Bij deze vormen van hyperthyreoïdie, keert de hyperthyreoïdie weer terug na stoppen met de medicijnen. De behandeling met schildklierremmers heeft in dat geval geen zin.

De behandeling begint wel vaak met schildklierremmers. In afwachting van een slok (meestal) of een operatie (soms). Het voorkomt complicaties bij de slok of operatie.

* * * * *

Informatie over bijwerkingen van schildklierremmers



* * * * *

Levothyroxine

De arts schrijft bij de blokkade+substitutietherapie een schildklierremmer en levothyroxine voor. Tabletten levothyroxine (T4-hormoon) zijn verkrijgbaar als onder andere Thyrax®, Euthyrox® en Eltroxin®.

* * * * *

Betablokkers

Veel patiënten met hyperthyreoïdie hebben hartritmestoornissen en een verhoogde hartslag. Bètablokkers worden veel toegepast bij de behandeling of preventie van hartritmestoornissen. Bètablokkers blokkeren prikkels uit het zenuwstelsel waardoor die het hart niet bereiken. Ze vertragen de hartslag, waardoor het hart rustiger gaat pompen.

* * * * *

Rituximab

Rituximab is een biological. Biologicals zijn nieuwe geneesmiddelen. Ze worden gemaakt met biotechnologische technieken, in dit geval met genetisch veranderde bacteriën. Biologicals zorgen dat ontstekingsprocessen beperkt blijven. Veel biologicals beïnvloeden de werking van het immuunsysteem. Op dit moment worden onderzoeken gedaan met het middel rituximab bij de (oog)ziekte van Graves. Er zijn nog geen duidelijke resultaten.

* * * * *

Dopamine-agonisten of somatostatine

In zeldzame gevallen is de hypofyse de oorzaak, er is dan sprake van secundaire hyperthyreoïdie. In de hypofyse maakt een goedaardig gezwelletje (adenoom) TSH aan. Zo wordt de schildklier voortdurend aangezet tot het maken van nog meer schildklierhormoon.

De behandeling bestaat uit medicijnen, soms is een operatie nodig. De patiënt krijgt schildklierremmers waardoor er minder schildklierhormoon gemaakt wordt. Daarnaast krijgt de patiënt medicijnen waardoor het adenoom slinkt, zoals dopamine-agonisten en somatostatine. Als het adenoom niet of onvoldoende slinkt, wordt het met een operatie verwijderd. De behandeling met schildklierremmers duurt net zolang totdat de behandeling met dopamine-agonisten of somatostatine aanslaat.

* * * * *


Reacties