Behandeling van hypothyreoïdie kan gemakkelijker

Annemieke Roos promoveerde in 2014 aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Zij deed onderzoek naar de behandeling van hypothyreoïdie. Haar onderzoek maakte deel uit van het LifeLines-bevolkingsonderzoek. Zij is werkzaam als internist-endocrinoloog in het Martiniziekenhuis in Groningen.
Clinical and epidemiological studies on thyroid function
Annemieke Roos

LifeLines Cohort studie
Schildkliertje

Beleid behandeling hypothyreoïdie met levothyroxine
NHG-Standaard Schildklieraandoeningen (tweede herziening)

Patiënten met hypothyreoïdie (tekort aan schildklierhormoon T4) hebben vaak last van kouwelijkheid, vermoeidheid en gewichtstoename. Als deze ziekte lang onbehandeld blijft is er bovendien een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Mede vanwege dit verhoogde risico, is het gebruikelijk de behandeling van hypothyreoïdie te starten met een lage dosis levothyroxine, en deze langzaam te verhogen.

Annemieke Roos concludeert in haar proefschrift dat het goed mogelijk is om direct te starten met een hogere dosis bij patiënten die niet bekend zijn met een hartziekte. Haar onderzoek toonde aan dat patiënten geen hartklachten kregen door de behandeling terwijl de behandeling mogelijk gemakkelijker voor de patiënt is en hun schildklierwaardes in het bloed sneller normaliseren.

Een goede schildklierwerking is van belang voor gezond ouder worden. Daarom is een tijdige diagnose van hypothyreoïdie belangrijk. Roos onderzocht bij gezonde mensen de samenhang tussen de hoeveelheid schildklierstimulerend hormoon (TSH) in het bloed en het later ontwikkelen van hypothyreoïdie. Datzelfde deed zij voor anti-TPO antistoffen, stoffen die het lichaam aanmaakt in geval van een auto-immuun reactie tegen de schildklier. Beide stoffen bleken voorspellers te zijn voor het ontwikkelen van hypothyreoïdie, zelfs dus als het TSH nog normaal is.



Reacties