Hyperthyreoïdie (te veel schildklierhormoon)

Bij hyperthyreoïdie is er te veel schildklierhormoon in het bloed. Vaak maakt de schildklier te veel hormoon, zoals bij de ziekte van Graves. Soms is de hyperthyreoïdie tijdelijk, zoals bij een thyreoïditis (schildklierontsteking). Bij een thyreoïdits gaan er cellen kapot, waardoor er tijdelijk te veel T4 en T3 uit deze cellen in het bloed lekt. Er circuleert daardoor een teveel aan schildklierhormoon in je lichaam. De schildklier gaat daarna vaak weer normaal werken. Het komt ook voor dat hij daarna te weinig hormoon maakt (hypothyreoïdie). Soms ontstaat hyperthyreoïdie door jodium in supplementen (o.a. kelp), voeding (zeewier) of door het gebruik van te veel schildklierhormoon.

Klachten

Veel klachten zijn niet typisch voor een schildklieraandoening. Ze komen ook voor bij andere aandoeningen. Dit maakt het moeilijk een diagnose te stellen op basis van de klachten. Als meer klachten aanwezig zijn, is er wellicht sprake van een schildklieraandoening. Het is dan aan te raden een bloedonderzoek te laten doen. Alleen een bloedonderzoek geeft aan of de schildklier zorgt voor deze klachten.

Behandeling

Hyperthyreoïdie wordt behandeld met medicijnen (block/replace of titratie), radioactief jodium en/of een operatie. Voor welke behandeling gekozen wordt hangt af van de oorzaak van de hyperthyreoïdie, de ernst en/of aanwezigheid van de oogziekte en natuurlijk de wens van de patiënt. Een thyreoïditis wordt niet behandeld met schildklieremmers, radioactief jodium of met een operatie.

Ziekte van Graves

Ongeveer 70-80% van de patiënten met hyperthyreoïdie heeft de ziekte van Graves. Deze aandoening wordt ook wel ziekte van Basedow genoemd. De ziekte van Graves komt voor zonder of met een gering struma ( = verdikking van de schildklier). Geregeld komt de ziekte voor samen met de oogziekte van Graves (oftalmopathie).



  • Bij de diagnose van deze ziekte is de TSH verlaagd en zijn de T4, T3, vrij T4 en vrij T3 verhoogd.
  • Het percentage (%) geeft aan hoeveel patiënten met de ziekte van Graves welke antistoffen hebben.
  • TSH-receptor antistoffen dragen bij aan het ziekteproces. Zij doen de werking na van TSH, waardoor de schildklier extra gestimuleerd wordt schildklierhormoon te maken.
  • TPO- en Tg-antistoffen dragen niet bij aan het ziekteproces, maar lijken verband te houden met de hoeveelheid schade aan de schildklier.

Graves’ oftalmopathie (oogziekte)

Schildklierpatiënten hebben vaak last van hun ogen. Gelukkig komt de oogziekte niet voor bij alle schildklieraandoeningen. De oogziekte zie je eigenlijk alleen bij de auto-immuunziekten van de schildklier. Voornamelijk bij de ziekte van Graves, maar soms ook bij de ziekte van Hashimoto.

De oogziekte van Graves noem je met een moeilijk woord oftalmopathie. Afgekort ook wel GO. Van alle patiënten met de oogziekte heeft ongeveer 75% de ziekte van Graves. Ongeveer 3% de ziekte van Hashimoto. De overige patiënten hebben een gewone schildklierwerking. Van de patiënten met een gewone schildklierwerking krijgt een groot deel binnen anderhalf jaar alsnog schildklierproblemen. Van alle patiënten met de ziekte van Graves krijgt niet meer dan zo’n 10% een duidelijk zichtbare oogafwijking met klachten.

Verband met roken

Uit onderzoek blijkt dat er een sterk verband bestaat tussen roken en de ziekte van Graves en de oogziekte van Graves. Graves-patiënten zijn vaker rokers. Mensen met een ernstiger vorm van GO roken bijna allemaal.

Toxisch multinodulair struma/toxisch adenoom

Een toxisch (multi)nodulaire struma noem je ook wel de ziekte van Plummer. Nodulair betekent knobbelig; struma is een vergrote schildklier. De aandoening komt vaak in de familie voor. De klachten zijn minder opvallend dan bij de ziekte van Graves. De ziekte van Plummer ontstaat meestal sluipend. Deze aandoening zie je vooral bij oudere mensen die al jarenlang een nodulair struma hebben. De meest voorkomende verschijnselen zijn een snelle polsfrequentie en struma.

De knobbels zijn gebiedjes die zich niets aantrekken van TSH (= schildklier stimulerend hormoon). Deze gebiedjes gaan hun eigen gang en maken steeds meer schildklierhormoon. Als er slechts één (hyper)actieve knobbel is, noem je dit een toxisch adenoom of nodus.

Thyreoïditis

Ziekte of thyreoïditis van Hashimoto

Bij deze ziekte is sprake van een ontsteking van de schildklier. Het ontstekingsproces verloopt vaak heel traag. Omdat bij een schildklierontsteking de cellen kapot gaan, lekt er schildklierhormoon in het bloed waardoor thyreotoxische klachten kunnen ontstaan (zoals bij hyperthyreoïdie). In het begin van de ziekte is vaak niet duidelijk dat het om de schildklier gaat. De verschijnselen kunnen ook bij andere aandoeningen horen. De ontsteking ontstaat mogelijk door antistoffen tegen de schildklier: anti-TPO en anti-Tg. Deze antistoffen zijn niet altijd aanwezig of aantoonbaar. De bloedbezinking (BSE, ontstekingswaarde) is niet verhoogd.

Subacute thyreoïditis – ziekte van De Quervain

De ziekte van De Quervain is een niet-chronische ontsteking van de schildklier. De waarschijnlijke oorzaak is een virus. De ziekte ontstaat vaak na een keelontsteking.

Typische klachten/symptomen zijn:
  • een gezwollen en pijnlijke schildklier
  • pijn die uitstraalt naar de kaakhoeken en/of naar één of beide oren
  • koorts
  • pijn bij slikken
  • een verhoogde bloedbezinking (BSE)

Meestal is er eerst te veel schildklierhormoon in het bloed. Daarna tijdelijk te weinig. Daarna is er vaak herstel. Bij ongeveer 20% van de patiënten komt de ziekte terug.

Stille of pijnloze thyreoïditis

Deze ziekte lijkt op de ziekte van Quervain. De naam zegt het al: bij deze vorm van thyreoïditis is er geen pijn. Uit onderzoek blijkt dat het gaat om een variant van de ziekte van Hashimoto. Bij de ziekte van Hashimoto is de bloedbezinking (BSE) meestal niet verhoogd. Bij stille thyreoïditis is die juist wat verhoogd.

Vaak zie je deze aandoening na een bevalling. Het heet dan wel post-partum thyreoïditis. Bij een post-partum thyreoïditis werkt de schildklier eerst tijdelijk te snel. Daarna ontstaat een te langzame schildklier. Na enige tijd kan de schildklier weer normaal gaan werken. In de loop van de jaren krijgen veel vrouwen toch een blijvende hypothyreoïdie.

Zeldzame vormen van hyperthyreoïdie

Zeer zelden ontstaat hyperthyreoïdie door een gezwel aan de eierstokken. Zo’n gezwel noem je struma ovarii. Zo’n struma ovarii maakt schildklierhormoon.

Soms ontstaat een gezwel in de hypofyse dat TSH aanmaakt. Behandeling kan bestaan uit een operatie waarbij de gezwellen worden verwijderd. Ook behandeling met medicijnen en/of radioactief jodium is een mogelijkheid.

Thyreotoxische crisis

Een thyreotoxische crisis of schildklierstorm is een zeer ernstige toestand waarbij de verschijnselen zeer heftig zijn. Gelukkig komt het maar weinig voor. Verschijnselen van zo’n thyreotoxische crisis zijn koorts, hartkloppingen, misselijkheid en braken, diarree, hartfalen en in ernstige gevallen geelzucht. Patiënten kunnen in coma raken. Behandeling op een intensive care unit (IC) is nodig. De behandeling is moeilijker dan bij een ‘gewone’ hyperthyreoïdie.

Reacties

Unknown zei…
Beste, ik neem al bijna 20 jaar medicatie in voor een snelwerkende schildklier. De dosissen zijn al een aantal keren gewijzigd tijdens mijn zwangerschappen.
Na een controle bleek mijn TSH onmeetbaar te zijn en mijn FT4 meer dan 25. Zes weken later was mijn TSH 0,01 en mijn FT4 16 en nu weer zes weken later bleek mijn TSH 0,02 te zijn en mijn FT4 13,8. Ik ben van 125 naar 100 (elthyroxine) gegaan na mijn eerste controle. Na 2 maanden afbouwen kreeg ik na lange tijd terug mijn maandstonden.
Wat zou ik nu moeten doen qua medicatie?
Anoniem zei…
Goedemiddag ik heet Paula
En heb 2 x een hele lage TSH gehalte 0.01.
T4 vrij 23
TSH
0.008
0.300-4.800 (m[IU]/L)
Vrij Thyroxine [T4]
23.0
12.0-22.0 (pmol/L)
T3
2.7
1.3-3.1 (nmol/L)
Ben een roker. Ben nu gestopt.
Ongeveer 4 weken. Verdwijnt dan ook de klachten van een lage tsh